Motorcamping Auvergne – Camping Les Floralys, Narbonne
Goodmorning Donkey!
Het was gezellig en de biertjes smaakten prima, maar nu is het dan echt tijd om samen te vertrekken. Eindelijk! Eindelijk? Ja, eindelijk! Het is inmiddels alweer 3 jaar geleden dat we onze laatste echte motorvakantie samen hebben beleefd. Weliswaar met twee compleet andere motorfietsen. Motorfietsen die dichter bij elkaar lagen qua gebruiksdoel en vooral ook performance dan onze huidige varianten.
Ook aan die vakantie heb ik prachtige herinneringen, eigenlijk maakt het niet uit hoe of waar we heen gaan, of waarmee, het is altijd easy going en precies goed. Meestal weten we snel de vibe van de vakantie aan te voelen en vervolgens gaan we met de flow mee.
Met de trouwe Aprilia (SL1000 Falco) en Honda (VFR 750 F dus) hebben we meermaals genoten van de Pyreneeën, de Alpen en Noorwegen. Daarnaast zijn we met allerlei soorten auto’s naar Berlijn op en neer gehobbeld, en altijd schik. Nadat de Aprilia werd verkocht en tijdelijk een Transalp 650 de honneurs mocht waarnemen (meestal samen met welk project er in de garage stond) werd het tijd voor Erwin om de grote knoop door te hakken. Hij als ras kampeerder (grapje) was toch wel verliefd geworden op het adventure idee.. En geef hem eens ongelijk.
Inmiddels hebben we er al honderduizenden asfalt kilometers op zitten en dan lonkt toch het onbekende en gevoelsmatig onbegrensde van het offroad rijden. Want hoe gaaf is het als je (beperkt tijd hebt en) ergens naartoe kan blaffen via de snelste weg om vervolgens daar de mooie weggetjes op te zoeken. En in dit geval konden we niet misgaan, al was het offroad rijden niks geworden dan hadden we nog steeds het stuur walhalla van Europa te pakken, juist de Pirineos! Wat mensen die alleen in de alpen hebben gereden zich moeilijk kunnen voorstellen (begrijp me niet verkeerd ik hou van de Alpen) is dat er in de Pyreneeën een haast onuitputtelijk perfect asfalt lint ligt met alle soorten bochten die je je maar kan voorstellen met vrijwel geen medeweggebruikers, het is raar maar waar. Tenminste in het voorjaar, als wij er altijd zijn 😉
Kortom lukt het niet of zijn de routes te heftig dan kunnen we altijd nog zwieren zwaaien over de droomwegen die dankzij de Europese Unie zijn aangelegd en soms alleen een klein dorpje in de bergen als bestemming hebben, hilarisch en gegarandeerd schik.. oh ja en daar kwamen we toch voor?
Goed de knoop moest doorgehakt worden, wikken en wegen, wordt het een Africa Twin, Een KTM of toch een Moto Guzzi Stelvio NTX? Een Honda Varadero misschien? Een GS? In één ding was hij stellig, een GS wordt het niet. Ook de Aprilia Capo Nord kwam geloof ik nog even voorbij. Want tot de Aprilia Falco werd verkocht heeft het ding verdomd veel betrouwbare kilometers weggetikt meer dan we beiden van te voren hadden verwacht. En ja, tijdens onze laatste vakantie in Noorwegen ging hij helaas stuk. Maar verder, kei van een motorfiets! Uiteindelijk werd de knoop doorgehakt en al vrij snel waren de motorgoden mijn vriend goed gezind en brachten ze hem op het pad van een relaxte eerste eigenaar van een KTM 1190 Adventure R, een hele mond vol, vanaf nu zal ik de bijnaam gaan gebruiken: Conan. Waarom Conan? Heb je zo’n ding weleens gezien? Erwin is geen kleine jongen maar deksels dat is me een partij motorfiets, met onder dat Allroad uiterlijk een onvervalst koppelrijk beest van een blok, de LC8. En dan niet de eerste variant ervan. Pin me niet vast op de cijfers maar rond de 150pk…? Heel veel in ieder geval. Vanaf dag één was dit de juiste keuze, en precies de tool die Erwin op zijn wensenlijstje had staan om, zoals ook deze vakantie, in één dag 1000km te overbruggen (als het moet) en vervolgens relaxed op een zandpad te gaan cruisen met ondergetekende.
Heel gaaf en heel dik dus. Maar, er is natuurlijk een keerzijde aan al dat geweld..
Waar ik met de VFR flink in de toeren jankend en gebruik makend van de sublieme stabiliteit in de bochten vooral berg op de Aprilia prima bijhield (naar beneden kreeg ik het niet bijgeremd als we er echt voor gingen zitten) daar staan we nu voor een uitdaging.
Ik ben niet iemand die zich snel druk maakt om de mening van een ander over mij, dat klinkt misschien niet best, maar het is wel zo. Ik ben weinig bezig met wat een ander van me vind, nee dat is niet altijd zo geweest en ja daar voel ik me prima bij. Ik ben al enige jaren van mening dat zolang ik een ander niet bewust leed berokken het niet aan mij is om te vragen of alles ok is, of dat ik zus of zo wel goed doe.
Maar nu is het anders, al tijdens de koffie ’s morgen op de motor camping waarschuw ik Erwin over mijn snel(traag)Heid ivm het olie overschot dat zich anders tussen mijn cilinders presenteert. Erwin doet niet moeilijk, uiteraard niet. Toch kan ik het niet helpen als we al na twee kilometer een prachtige stuurweg oprijden, om mezelf af te vragen of dit wel goed gaat komen. Erwin beschikt over 150 pk en een machine die ‘ ready to race’ is.. Ik beschik over een machine die is aangeschaft door het Nederlandsche leger om het ‘ rode gevaar’ het hoofd te bieden. Waarom doet dat er toe? Nou om voor defensie als bruikbaar voertuig aangeschaft te worden hebben ze van het al niet enorme vermogen van 48pk van de originele V50-III, de compressie verlaagd waardoor er een schamele 34 pk over is gebleven.. in 1985.
Dat betekent dat een groot deel van die paarden inmiddels op leeftijd is, en als je dan ook nog niet boven de 90 kan rijden of het bloed van de paarden begint eruit te lopen tja dan heb je misschien wel een mismatch te pakken..
Kortom, ik zie de bochtjes, ik zie Erwin voor me rijden (eigenlijk altijd, dat vinden we allebei het fijnst, hij navigeert namelijk als een volleerd zeeman en weet altijd in no time gave weggetjes te vinden en daarbij komt nog een andere skill maar daar heb ik het later nog over), we voeren het tempo op en duiken van de ene in de andere bocht en dan ineens denk ik “ shit ik houd hem hartstikke op” want telkens als we in de buurt van de 90 komen ga ik van het gas. En laat hem teruglopen naar de 85. Dit had ik ook eerder kunnen bedenken, Donkey is namelijk niet alleen traag en klein. Nee, Donkey zit ook niet als een lange afstandsfiets.. Ik doe wat ik kan om bochten met mijn kruissnelheid van 85 te nemen zodat ik Erwin niet teveel ophoud. De bochten worden iets krapper en wat Donkey wel kan is heel kort afdraaien, oftewel in een bocht nog dieper de bocht in zonder problemen.. Dan hebben we het natuurlijk over rechterbochten, aan de linkerkant klinkt er regelmatig geschraap. Ook zou ik er iets later achter komen dat deze rijstijl misschien wat teveel van het goede is voor 50/50 noppenbanden.
Erwin lijkt ook even te moeten wennen aan het tempo wat op zijn machine bijna in zijn één nog te langzaam is, maar, de weggetjes zijn zo vreselijk mooi omdat we (goddank) grote wegen moeten mijden en al vrij snel zitten we in een zwierezwaai ritme met beiden een enorme grijns in onze helm.
We rijden via de Aubrac en hoewel we het weten worden we er toch maar weer eens aan herinnert hoe verschrikkelijk mooi Frankrijk kan zijn, poe wat is dit genieten zeg! Heerlijke wegen, prachtig weer en verdomd veel goede zin. En ondanks de aanvankelijke mismatch van machines, of nee het aanvankelijk kalibreren van de huidige set up waarmee wij boezemvrienden op pad gaan is het op binnenwegen waar ik zowaar de maximum snelheid kan halen toch echt heel erg genieten. Nu al een klassieker van een vakantie.
Al draaiend en genietend, remmend en schakelend alsof Donkey en ik al jaren éen zijn voel ik een verbondenheid met deze machine die moeilijk in woorden te vangen valt. Toch blijf ik het proberen.
Ik geniet met volle teugen van de dikke blaf uit de demper van de KTM voor me. Niet aso, gewoon goed een diepe V2 grunt. We rijden over een kam richting de Aubrac, links en rechts kijken we uit over de vele glooiende velden die Frankrijk rijk zijn. Ik raak in de zone, alles gaat automatisch en na een korte banaan en pispauze, dwalen mijn gedachten af. Ineens merk ik een brok in mijn keel, we zijn er nog, we zijn er godverdomme nog!! Ik sla met mijn vuist schuin naar voren een gat in de lucht! Fuck Yeah! Schreeuw ik in mijn helm met een toch al wat hese stem van de dichtgeknepen keel en de zilte sporen van tranen die ineens over mijn wangen hun weg naar de rand van mijn motorjas zoeken.
Een jaar geleden zat ik nog verdwaasd voor me uit te kijken. Wat drie maanden geleden was ik nog niet eens in staat om een stuk fatsoenlijk motor te rijden. Ik was ziek. Maar een jaar geleden was ik net 5 maanden ziek. Een aantal keer een korte opleving met bijbehorende hoop dat ik genezen zou zijn, dat het klaar was. Dat ik weer ‘ normaal’ door het leven kon. Niets bleek minder waar. Ik heb me sinds 2012 niet meer zo ellendig gevoeld. Maar met alle lessen praktiserend van mentale training die ik heb mogen internaliseren de afgelopen jaren, de juiste hulp en liefde van mensen om me heen ben ik er doorheen gekomen. 1,5 jaar heeft het geduurd maar nu lijkt het achter me te liggen. Het ergste in ieder geval, het zal nog wel even duren voor mijn conditie weer is wat hij was op het moment dat ik ziek werd. Maar dat doet er eigenlijk niet toe, dat is een proces van iedere dag een stapje trainen/ rust nemen tot het weer opgebouwd is. Wat er wel toe doet is dat ik weer mobiel ben, ik kan weer motorrijden! En hoewel ik helemaal geen geld heb voor een vakantie voelde ik dat ik dit zo nodig had. Motorrijden/ motorvakantie staat in mijn top drie van dingen die ik het aller- allerliefst doe.. En nu is het zover, klopt ik ben al een aantal dagen onderweg, maar het feit dat we hier rijden, met machines waar we allebei drie jaar geleden nooit aan zouden hebben gedacht is voor mij een prachtig voorbeeld van de onvoorspelbaarheid van het leven. En ik heb het al vaker gezegd en zal het hier nog eens herhalen, ik geloof niet in de maakbaarheid van het leven, wel geloof ik in de stuurbaarheid ervan. De motoren hadden we van te voren niet kunnen bedenken, maar, mits gezond en wel, het feit dat Erwin en ik weer eens op een prachtige dag richting de Pyreneeën zouden gaan.. Daar was ik eigenlijk wel van overtuigd.
Genoeg gemijmerd, ik mag best even stil staan bij mijn hardships van afgelopen jaar en terwijl ik dit schrijf raakt het me nog steeds. En wederom krijg ik vochtige ogen bij de realisatie dat ik alles weer kan!! En nu? Door met genieten natuurlijk!
We doorkruisen de Aubrac en kijken onze ogen uit, Erwin is er ook aan toe. Ook bij hem waren er best een hoop veranderingen aan de gang. Daarna rijden we parallel dan weer links en dan weer rechts over de b-weg aan de A-75 zuidwaarts. Ineens komen we door een stuk waar het lijkt alsof de tijd stil heeft gestaan. Het formaat rotsen lijkt op dat van schuurtjes maar dan rotsen met allerlei gaten erin en de weg wordt super smal! Heel toffe beleving. Het weer is wisselend heel zonnig en dan ineens een paar donkere wolken en dan weer zon, wat een heerlijke eerste dag!
De kriebels om na al mijn TET Frankrijk kilometers van de afgelopen dagen weer terug te keren naar het onverharde zijn best aanwezig. Vandaag gaan we dat echter bij lange na niet halen.
Het is eind van de middag en we gaan op zoek naar een overnachtingsplek.
Weet je nog dat ik een aantal alinea’s hierboven vertelde dat Erwin naast dat hij een prima navigator is tijdens onze motorreizen een andere kwaliteit bezit (meerdere uiteraard maar daar gaat het nu niet om) die hem de uitgelezen persoon maakt van ons tweeën om het navi werk voorop te doen. Dat is de skill om altijd, serieus.. altijd, een supervet onderkomen te vinden. Of het nu gaat om een hotel of een camping hij weet in no time met het telefoontje in de hand een plek te vinden die (vaak) perfecte parking heeft voor de motoren, goed ontbijt en een goede prijs.. En vaak ook nog op een leuke locatie. Als je dat aan mij overlaat dan zou ik niet eens weten waar ik moet beginnen met zoeken tussen de 100.000 opties die mijn telefoon biedt. Echt goud, zo ook nu, we zakken helemaal af naar de kust en terwijl de avond valt rijden we de camping Les Floralys aan de buitenrand van Narbonne op.
Volgens goed gebruik van kloppende motorvakanties komt de eigenaar ’toevallig’ net de camping op lopen. Natuurlijk zijn we welkom, natuurlijk is er een plek. En onder het genot van het gekwaak van een miljoen kikkers (kunnen er ook 2 miljoen zijn ) zetten we onze tentjes op.
Narbonne ligt op een paar kilometer lopen en als we het kanaal de la Robine volgen die ook langs de camping loopt naderen we al kletsend het centrum. Pizza’s bij een norse pizzabakker worden besteld. Met een pintje in het vuistje lopen we naar het kanaal dat een gracht is geworden in het centrum. We nemen plaats op een bankje en verorberen de bier en pizza. Heerlijk die Franse keuken. Binnen 10 minuten is alles op en nemen we ons voor om nu volledig langs het kanaal terug te lopen. Dit blijkt een super goed idee want het is veel rechtstreekser en we hoeven niet langs een weg zonder voetpad terug te struinen in het donker. Het is rond elf uur en ik ben bekaf.
Voor de camping staat een hek, op slot, daar ben ik nu te moe voor. Het hek zal zo’n twee meter hoog zijn dus zonder al teveel nadenken spring ik er tegenop en klim eroverheen. Erwin twijfelt een halve seconde en besluit dan mijn voorbeeld te volgen. Hoppa daar zijn ze weer, op naar de slaapmatjes en tentjes. De motoren vinden we netjes toegedekt terug naast onze tenten. Wat een pracht dag en dit is pas het begin!
Welterusten Donkey!